heilige Sergius van Radonezj
1314 - 1392
De heilige Sergius van Radonezj (doopnaam Bartholomeus) was de zoon van de boyars Kiril en Maria uit Rostov. Zij verhuisden dichter bij Moskou naar het dorpje Radonezj. Toen Bartholomeus zeven jaar was kreeg hij de Russische taal onderwezen. Hij wilde heel graag leren, maar het studeren was enorm lastig. Rouwend hierdoor bad hij dag en nacht, zodat God hem hielp met het leren. Eens liep hij door het veld om verdwaalde paarden te zoeken en zag hij onder een eik een oude wijze man. Dat was een oude monnik die stond te bidden. De jongen kwam naar hem toe en vertelde de monnik over zijn verdriet. Nadat de monnik met medelijden de jongen heeft uitgehoord begon hij te bidden voor zijn verlichting. Vervolgens pakte hij een klein stukje prosfora uit, zegende Bartholomeus ermee en zei: “Neem het, jongen, en eet het op. Dit is een teken van de Goddelijke genade en het begrip van de Heilige geschriften.” Deze genade kwam echt neer op de jongen: de Heer gaf hem het vermogen van geheugen en verstand. Hierna verliep de studie van de jongen feilloos.
In zijn jeugd verlangde Bartholomeus steeds meer om God te dienen. Hij wilde zich van de wereld net als oude monniken-asceten afscheiden, maar de liefde voor zijn ouders hield hem bij hen. Bartholomeus was bescheiden en stilzwijgend. Met iedereen ging hij teder en liefdevol om. Hij ergerde zich nooit en gehoorzaamde altijd zijn ouders. Normaal at hij slechts brood met water, maar tijdens het vasten onthield hij zich volledig van voedsel.
Na de dood van zijn ouders gaf Bartholomeus de erfenis door aan zijn jongere broer Peter en vestigde hij zich samen met zijn oudere broer Stefan op 16 km van Radonezj, diep in het woud, vlakbij het beekje Konchura. De broers kapten zelf de bomen en bouwden een kerkje en een kloostercel. Een priester, gestuurd door metropoliet Theognost, wijdde deze kerk ter ere van de Heilige Drie-eenheid. Zo is het beroemde Klooster van St. Sergius ontstaan.
Al snel liet Stefan zijn broer achter en werd hij de rector van het Bogoyavlensky klooster (Epifanieklooster) in Moskou en de biechtvader van de groothertog (Knjaz). Bartholomeus was gewijd tot monnik met de naam Sergius en leefde voor ongeveer twee jaar in het bos. Het is onvoorstelbaar hoeveel bekoringen de jonge monnik meemaakte, maar zijn geduld en gebed hielpen hem over alle moeilijkheden en duivelse verleidingen door te komen. Langs de kloostercel van de Heilige Sergius renden roedels wolven en kwamen beren, maar geen enkel van hen deed Sergius kwaad. Eens gaf de heilige wat brood aan een beer die naar zijn kloostercel toekwam en sindsdien bezocht de beer de heilige Sergius, die met hem zijn laatste stuk brood deelde. Hoe hard Sergius ook probeerde zijn goede daden te verbergen, de faam ervan verspreidde zich en trok andere monniken aan. Zij vroegen Sergius om hun priester te worden. Hij wees het verzoek langere tijd af, maar toen hij in hun verzoek een boodschap van boven zag, zei hij: "Ik zou liever gehoorzamen dan heersen, maar ik ben bang voor het oordeel van God en ik wijd mij aan de wil van de Heer .” Dit was in 1354.
Het leven en de daden van de heilige Sergius hebben een bijzondere betekenis, omdat hij de eerste rus was die buiten de stad een klooster met een gemeenschappelijk leven oprichtte. Het klooster van de Heilige Drie-eenheid, die volgens nieuwe principes was gebouwd, was eerst heel arm. De lijsten van de iconen waren van geverfd hout, alle heilige vaten waren van hout, de kerk was in plaats van kaarsen met houtsplinters verlicht, maar de monniken waren geïnspireerd. De heilige Sergius gaf de anderen het voorbeeld van streng vasten, diepste gehoorzaamheid en onwankelbare hoop voor de hulp van God. In het werk was Sergius de eerste en de andere monniken volgden hem. Eens was al het brood in het klooster opgeraakt. Om een stuk brood te verdienen, bouwde de rector zelf een gang in de kloostercel van een monnik. Tijdens een hoge nood ontvingen de broeders steeds onverwacht hulp door hun gebeden. Een paar jaar na de oprichting van het klooster begonnen boeren zich eromheen te vestigen. Vlakbij het klooster liep een grote weg van Moskou naar het noorden. Hierdoor werd het klooster financieel ondersteund en het hielp en ontving zieken en zwervers, net als de Kiev-Pechersk Lavra.
Het gerucht van de heilige Sergius bereikte Constantinopel. Patriarch Filofey stuurde hem zijn zegen en een handvest, waarin de nieuwe regels, geïntroduceerd door de stichter van het Drie-Eenheid klooster, werden goedgekeurd. Metropoliet Aleksey van Moskou hield van de heilige Sergius net als van een vriend. Hij vroeg hem conflicten tussen strijdende knjazen op te lossen, gaf hem veel bevoegdheden en wilde hem zijn opvolger worden, maar Sergius wees het aanbod af. Eens wilde metropoliet Aleksey hem een gouden kruis schenken voor zijn daden, maar Sergius zei: “Vanaf mijn jeugd droeg ik geen goud. Mijn ouderdom wil ik zeker in armoede doorbrengen.”
Groothertog Dimitri Ivanovitch, ook wel Donskoy genoemd, eerde de heilige Sergius als een vader en vroeg zijn zegen om de Tatar Khan Mamai te bestrijden. “Ga, ga Knjaz, en hoop op de hulp van God,” zei de heilige Sergius en gaf hem twee van zijn monniken: Peresvet en Oslyaba. Later stierven zij als helden in de slag bij Kulikovo.
Nog toen de heilige Sergius leefde verrichte hij wonderen en was hij vereerd. Eens verscheen Gods Moeder Maria in haar wonderbaarlijke grootsheid met de apostelen Peter en Johannes aan hem en beloofde ze haar bescherming voor zijn klooster. Een andere keer zag hij een magisch licht en heel veel zingende vogels en kreeg hij te horen dat er veel monniken naar zijn klooster gaan komen. Over dertig jaar na zijn zalige dood (25 september 1392) werden zijn heilige relikwieën onthuld.